26
november
2018
|
10:19
Europe/Amsterdam

Eosta neemt voortouw met leefbare lonen in de AGF-handel

Eosta, importeur en distributeur van biologische groente en fruit, heeft samen met IDH en Hivos als een van de eerste AGF-handelsbedrijven een pilotproject rond leefbare lonen uitgevoerd. Doel van de pilot, die werd gedaan bij een Keniaanse avocadoleverancier, was om te kijken of leefbare lonen een bruikbaar begrip zijn om sociale duurzaamheid te verbeteren. De pilot leverde een nieuwe Quick Assessment aanpak op en maakte duidelijk dat een focus op leefbare lonen een verbindende werking heeft in de keten.

Op 22 oktober 2018 berichtte de NOS: “Keurmerken helpen arme plantagearbeiders nauwelijks.” Uit onderzoek van Stichting SOMO bleek dat keurmerken zoals Fairtrade, Rainforest Alliance en UTZ weinig invloed hebben op de werkomstandigheden bij leveranciers in ontwikkelingslanden. Er bestaat in de praktijk geen enkel keurmerk dat leefbare lonen waarborgt. SOMO deed hiermee een oproep tot meer verantwoordelijkheid in de hele handel- en productieketen.

Onontgonnen terrein

Een leefbaar loon is een loon waarmee de kosten voor voeding, onderdak, kleding, onderwijs en medische zorg voor een gezin gedekt kunnen worden, plus iets extra voor onvoorziene omstandigheden. Hoewel NGO’s veel onderzoek doen naar leefbare lonen, vooral in de kledingindustrie, wordt er in de praktijk nog nauwelijks mee gewerkt. Sociale certificeringen kijken doorgaans alleen naar minimumlonen, zegt Gert-Jan Lieffering, QD-manager bij Eosta. “En die zijn steevast lager dan leefbare lonen. In de AGF-sector zijn leefbare lonen nog echt onontgonnen terrein.”

Aanpak voor MKB

Sonia Cordera, program manager bij IDH: “Het is een plezier om samen met Eosta te werken aan leefbare lonen. Deze pilot verrijkt onze kennis over leefbare lonen die we hebben opgedaan met andere partners in de bananen-, thee- en bloemensector. Het is geweldig om te zien dat een handelsbedrijf met zoveel verschillende producten bereid is om leefbare lonen te onderzoeken in haar eigen keten. Met de ervaringen van het onderzoek naar lonen in de Keniaanse avocado keten was het mogelijk een zogenoemd ‘Quick Assessment’ model te ontwikkelen dat in de toekomst kan worden gebruikt voor andere leveranciers en regio’s.”

De positie van vrouwen

Caroline Wildeman, programmacoördinator bij Hivos, wijst op de speciale betekenis van de pilot voor vrouwenrechten : “In ontwikkelingslanden hebben vrouwen vaak laagbetaalde banen in de agrarische sector. Wanneer je werkt aan Leefbare Lonen, verbeter je daarmee speciaal de positie van vrouwen. We zien er daarom naar uit om verder met Eosta aan dit thema te werken.”

Meer dan meten

Eosta deed de pilot samen met een biologische avocado-leverancier in Kenia, een exporteur waar meer dan 100 kleine boeren aan verbonden zijn. Eosta wil de resultaten gebruiken om de sociale impact van haar leveranciers niet alleen te meten, maar ook te managen, te marketen en (met True Cost Accounting) te monetariseren, zegt Volkert Engelsman, directeur van Eosta: “De beperking van certificering en keurmerken is dat ze de audits achteraf doen. Eosta wil als ketenregisseur juist voorin in het hele ketenproces ingrijpen.”

Aanpak

De pilot werd uitgevoerd door Nada van Schouwenburg, Coördinator Duurzaamheid bij Eosta. “We zijn dit onderzoek begonnen om een generieke aanpak te ontwikkelen, maar ook om de situatie in onze eigen keten te analyseren. Het is complex omdat er lang niet voor elke locatie benchmarks voorhanden zijn. Daarnaast is het begrip “loon” niet van toepassing op boeren. De boer is immers een ondernemer die betaalt krijgt per kilo of per stuk. De vaardigheden en kwaliteiten van de boer bepalen mede zijn verdienste. Zo krijgen de biologische boeren in Kenia een stuksprijs die 50% hoger ligt dan bij conventionele boeren. Om als biologische boer een goede productie te krijgen, is een stuk moeilijker.”

Minimaal 30 bomen

De pilot maakte duidelijk dat lang niet alle boeren van de exporteur een leefbaar loon verdienen met avocado’s. De exporteur schatte naar aanleiding van de pilot dat een boer minimaal 30 bomen moeten hebben om een leefbaar inkomen te halen uit avocado’s. Zo niet, dan zijn extra verdiensten nodig. Probleem in Kenia is ook dat het boerenland erg versnipperd is. Wanneer een boer sterft, wordt het land verdeeld onder alle zonen. Op die manier worden de stukjes grond steeds kleiner.

Leefbaar loon als verbindende schakel

Gert-Jan Lieffering van Eosta: “Het is niet zomaar op te lossen, maar de resultaten van een Quick Assessment zijn ideaal voor het starten van een dialoog. De exporteur zit ertussen en de kwaliteit van de avocado’s is soms ook een probleem. Als we willen dat de boeren meer verdienen, moeten wij dit in de markt kunnen ophalen, want we zijn geen NGO. Leefbaar loon blijkt echter een geweldige insteek om meer grip te krijgen op dat hele proces en de schakels in de keten te verbinden. Het biedt zowel ons, de exporteur als de boeren handelingsperspectieven.”

Impuls voor True Cost Accounting

Volkert Engelsman, directeur van Eosta, ziet Leefbaar Loon ook als instrument om de methodiek van True Cost Accounting verder te verbeteren: “Aan de hand van ons integrale duurzaamheidsmodel, de Duurzaamheidsbloem, brengen we de ecologische en sociale impact van productie in kaart. Maar in onze True Cost pilot in 2017 bleek dat de impact op sociaal kapitaal nog onontgonnen terrein is. Living Wages kunnen daarbij een handvat bieden.”